Hoopers is een nog relatief jonge tak van hondensport in Nederland. Deze sport komt oorspronkelijk uit Amerika. Daar is de sport ontwikkelt voor honden die te jong zijn om aan agility (behendigheid) te doen en voor honden die te oud zijn en de lichamelijke belasting niet meer aan kunnen.

De hindernissen die bij hoopers worden gebruikt zorgen voor een minimale belasting voor zowel hond als handler. Dat betekent dat vrijwel iedere hond en handler mee kunnen doen. 

Van de hond wordt veel denkwerk verwacht, maar hij heeft ook een fysieke uitdaging. Voor de handler is de fysieke uitdaging beperkt, wat inhoudt dat ook mensen met een fysieke beperking deze sport uitstekend kunnen beoefenen.

Hoopers is ook goed te combineren met andere sporten, omdat deze niet conflicteert met andere oefeningen.

Bij hoopers wordt gebruikt gemaakt van de volgende hindernissen:

* hoopers: halfronde poortjes waar de hond onderdoor loopt

* tunnels: deze kunnen van diverse lengtes zijn en de hond moet hier doorheen lopen

* tonnen: hier wordt de hond omheen gestuurd

* gates: (hekjes) deze kunnen op 2 manieren in het parcours gebruikt worden: de hond moet er omheen of hij moet ze gewoon passeren.

Uiteindelijk is het de bedoeling dat de hond door de handler vanuit een vak of vanachter een lijn door een parcours wordt gestuurd door middel van commando’s en handaanwijzingen.